Site pictogram Mode voor de 40+ vrouw

De tettenpletter

Advertenties

Oktober staat in teken van Pink Ribbon. Extra aandacht voor borstkanker. 1 op de 7 vrouwen in Nederland krijgt te maken met deze akelige ziekte. Als het vroeg ontdekt wordt, is het nog goed te behandelen. Dus borstonderzoek is heel belangrijk. Ook ik ben naar de tettenpletter geweest.

Rond je vijftigste verjaardag krijg je een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek borstkanker. Vanaf je vijftigste heb je nu eenmaal meer kans op borstkanker dan toen je jonger was. Toch komt deze vorm van kanker steeds vaker voor bij jongere vrouwen.  Maar de grootste groep met deze ziekte is nog steeds vrouwen tussen de 50 en 75 jaar oud. Ook ik kreeg zo’n uitnodiging. Voor de “tettenpletter”, een mammografie.

Vanmorgen moest ik dus naar “de tietenbus” voor borstkankeronderzoek. Het was iets waar ik enorm tegenop zag. Vooral door de verhalen van andere vrouwen die al eens geweest waren. Veel vrouwen spraken over de pijn die ze hadden tijdens het plat drukken van de borsten. Ik had me voorbereid op het meest verschrikkelijke. Dan kon het alleen maar meevallen, dacht ik.

Ik was mooi op tijd en stapte via het trapje de bus in. Daar was een mini-wachtkamertje. Een bankje om te zitten en een balie-tje. Ik zag drie kleedhokjes met een nummer 1, 2 of 3 er op. En bovenaan de deur brandde een lampje zodat je zag dat die bezet was. Hokje nummer 1 was niet in gebruik. Hokje 2 en 3 wel.

Ik gaf mijn uitnodigingsbrief aan de mevrouw achter de balie. En ik moest m’n identiteitsbewijs laten zien. “In orde hoor. Gaat u nog maar even zitten. U wordt zo opgeroepen.” Dus daar zat ik. Er was nog een mevrouw. ‘Goedemorgen.’ “Dag.” Ik had niet echt zin in een gesprek en pakte m’n telefoon om een beetje te kunnen Facebooken.

Toen kwam er een mevrouw uit hokje 2. “Zo, daar zijn we ook weer vanaf!” zei ze. “Wat verschrikkelijk toch hè.” zei de mevrouw terwijl ze haar sjaal aandeed en haar jas dicht ritste. “Ja het is echt geen pretje.” zei de mevrouw naast mij. De andere mevrouw had eindelijk haar jas dicht gekregen en zei: “Ik vind het zo erg hoe dat machine zo tegen m’n ribben aan drukt. Daar heb ik altijd nog lang last van. Nou, tot ziens hoor, en succes!” En weg was ze.

Knal! Het deurtje van hokje nummer 3 zwaaide open. Een nieuwe mevrouw kwam er blazend uitgestapt. Met een rood hoofd zei ze “Zo, de kwelling is weer voorbij. Tjee, dat is toch altijd pijnlijk he. Pfff…” Ze keek naar mij en ik glimlachte maar een beetje. “Ja, ik heb altijd nog een paar weken blauwe plekken hoor.” zei m’n buurvrouw. “Tja, ’t is dat het moet hè. We moeten maar blij zijn dat het er is.”

‘Voor mij is het de eerste keer dus ik kan er niet over meepraten,’ zei ik met een lichte tril in m’n stem. Ik kreeg het steeds benauwder en vroeg me af of ik nog weg kon rennen. Ik durfde niet meer. “O, dan zullen we maar niks meer zeggen.” fluisterden de dames en keken elkaar betekenisvol aan. ‘Wat een gruwel! Zou er wel eens vaker iemand op het nippertje de bus uit gelopen zijn? Maar ze weten hier m’n naam al. Ik kan nu niet meer weg’ dacht ik. ‘Het is dus echt zo erg als al die vrouwen zeggen. IK WIL NIET MEER!’

“Mevrouw Kox, komt u maar.” O help, toen moest ik wel. Gelukkig had ik hokje nummer 2, want dat is mijn lievelingsgetal. Slaat nergens op. Maar het maakte alles iets minder erg, dacht ik. In het hokje van 1 x 1 meter moest ik m’n bovenkleding uittrekken en wachten tot de medewerkster de deur aan de andere kant opendeed.

Daar stond een vriendelijke dame die zich eerst voorstelde en meteen daarna vroeg of ik m’n armen omhoog wilde houden. Zo kon ze zien of ik littekens of pijnlijke moedervlekken o.i.d zou hebben. Ik kreeg een korte uitleg en ik dacht alleen maar: ‘Schiet maar gewoon op want ik wil er zo snel mogelijk vanaf zijn.’ En daar ging ik dan.

“Probeer te ontspannen. Schouders laag.” En de machine plette mijn borst tot grote platte pannenkoeken. Maar ik heb expres niet gekeken. Moest m’n hoofd ook naar de zijkant houden. Ik telde in mezelf tot zes, want zo lang zou de pressie duren. ‘Het valt eigenlijk wel mee’, dacht ik. ‘Misschien die van opzij, misschien is dat pijnlijker.’ Maar ook dat viel mee. Tja, lekker is anders, maar om nou te zeggen “heel pijnlijk, niet te houden, tranen in m’n ogen”… Nee dat had ik niet.

Dus nu zwaaide ik dat deurtje naar de wachtkamer open. Er zaten weeral andere mensen. Triomfantelijk zei ik: ‘Zo, dat was het dan. Tot de volgende keer!’ Lachend huppelde ik het trapje af en opgelucht reed ik terug naar huis. Over tien dagen krijg ik de uitslag.

–––

Dames van bijna 50, zoals Ruud uit Big Brother al zei: LAAT JE NIET GEK MAKEN! Het valt allemaal wel mee onder de tettenpletter, en het duurt echt maar even.

X Ka.

Mobiele versie afsluiten