Mijn dochter Evi van 11 is nogal een grapjas. Ze heeft echt wel humor. Meestal ten koste van mij. Want ik ben een dankbaar slachtoffer. Ik trap namelijk overal in.
Mijn dochter zit op hockey en traint twee keer in de week. Iedere zaterdagochtend is het wedstrijd. Soms thuis maar meestal ‘uit’. Na de wedstrijd douchen de meiden, pakken daarna hun rondslingerende spullen van de grond. Proppen het in hun tas. En dan is het haasten want de treuzelaars moeten, verdeeld in verschillende auto’s, weer terug naar huis.
Zo kan het wel eens gebeuren dat er iets kwijt is. Of dat er een vreemd kledingstuk in de verkeerde tas zit. Maar dat komt altijd wel weer goed. “O nee mam, nu heb ik per ongeluk Esmee’s sweater bij! Haar naam staat op de achterkant!” Het hockeyteam wordt gesponsord met mooie blauwe sweaters met hun naam op de rug. ‘Ah nee dat meen je niet hè?’ Dus ik stond al te typen in de hockey groeps-app dat ik de trui zal wassen en de volgende keer mee naar de training zal nemen. “Ja, kijk maar. Hier staat het: Esmee. Hahahahahaha! Je trapte er in! Het is gewoon de mijne. Er staat gewoon Evi.” ‘Tssss, grapjas’, zei ik.
Twee weken later begon ze : “Shit mam, nu is het echt. Nu doe ik m’n sweater aan maar deze past niet. Die is van Eva.” ‘Hè gats. Nou ja, kan gebeuren. Geef maar hier, doe maar een vest aan.’ Zegt ze: “Hoe is het mógelijk! Je trapt er gewoon wéér in hahahaha!” Ik werd al lichtjes chagrijnig ‘Ha…ha…ha, wat grappig zeg!’
Bij ons in huis is het altijd een komen en gaan van buurtkinderen die komen voor mijn dochter of voor m’n bonuszoon. We kennen elkaar allemaal vanaf dat ze heel klein waren dus ze zijn kind-aan-huis. Ze kunnen gewoon langs de bijkeuken naar binnen. Maar in die bijkeuken is ook onze badkamer. En de deur van de badkamer kan niet op slot. Dus natuurlijk, je raadt het al. Zul je net zien. Sta ik te douchen, hoor ik iemand binnen komen.
Dan hoop ik altijd maar dat ze niet de badkamer binnenkomen om bijvoorbeeld even de handen te wassen. En ik hoop ook dat ze niet denken dat m’n stiefzoon staat te douchen en voor de gein de deur opengooien. Of vroeger toen het buurvriendje van m’n dochter altijd geheel lief en onschuldig kwam vragen of mijn dochter thuis was. Iedere zaterdagochtend en altijd in de vakanties kwam hij binnen, het grappige jochie. Altijd op het moment dat ik wilde gaan douchen of net onder de douche stond.
Dus ik probeer altijd maar een enorme sauna-stoom-effect te creëren, zodat het één grote waas is in de badkamer. Voor de zekerheid ga ik dan al achterstevoren staan. Enfin, je snapt het, ik voel me gewoon écht niet op m’n gemak. Stel dat ze me zien.
Op een ochtend had ik het dus. Het is al een aantal jaar geleden. Ik sta lekker onder de douche m’n haar in te soppen. Staat er ineens een kind met de badkamerdeur op een kier. “Hoi. Is Evi thuis?” Ik schrok me rot. En in een reflex houd ik één hand voor m’n kruis en m’n andere arm over m’n borsten. Zoals je dat wel eens in films ziet. Het ventje bleef staan en wachtte op een antwoord.
‘Ach’ dacht ik. ‘Dat jochie ziet gewoon een ouwe vrouw. Een moeder. Hij is nog te jong om op een andere manier naar een vrouw te kijken.’ ‘Zit ze niet in de kamer? Kijk dan maar eens op haar slaapkamer’, zei ik tegen het buurjongetje. En hij vertrok. Ik was er van overtuigd dat de douchecabine behoorlijk beslagen was en dat hij dus eigenlijk niks had kunnen zien.
Even later liep ik de huiskamer in en werd door m’n hele gezin uitgelachen. “Kwam de buurjongen net in de douche?” ‘Haha. Ja, hij vroeg of Evi thuis was’. “Hahahahahahaah! Dat was de buurjongen helemaal niet. Dat was ík!” lachte m’n dochter. “Hahahahaha! Zag je dat nou echt niet?” riep ze triomfantelijk. En iedereen had de grootste lol. “Dat je daar in trapt zeg, haha. Dan ben je echt stom!” ‘O, is het weer mama-pest-dag?’ vroeg ik bijna boos. “En ze hield ‘r handen zó, hahaha!” en ze deed voor hoe ik in de douche stond met X-benen, m’n private parts bedekkend. Oh, oh, oh, wat hadden ze een lol. Om mij.
Had onze kat in haar kamer gescheten. Moest ík het opruimen. ‘Waarom altijd ik?’ vroeg ik verontwaardigd? “Ja, jij doet toch altijd alle vieze klusjes?” zegt ze dan. “En schiet op, want het stinkt. Gatver!” En daar ging ik dan, met een rol wc-papier. Die vieze drol opruimen. ‘Bleh, wat een joekel zeg. Die is vast van Woez, de motzak. Kun je wel merken dat ‘ie wat ouder begint te worden. Het vieze beest. Gatsiederrie…’ mopperde ik. En, wat denk je? Had onze grapjas een nep-drol in ‘r kamer gelegd. Zo een van de feestafdeling van Action. Vind ze leuk. En wie trapt er weer in? Juist. Ik dus. Ha…ha…ha.
Is ze dan zo’n goede actrice? Misschien kan ze later naar de toneelacademie. Wordt m’n dochter een tweede Carice van Houten. Ja, ik zie het al helemaal voor me. “And the Oscar goes to …” “I want to thank my mother who always had to put up with my jokes…” En dan gaat de camera naar mij. En dan ziet iedereen die duts van een moeder die altijd overal intrapte. En nog steeds. Ha…ha…ha. Errug grappig iedere keer. Wat heeft onze meid toch een humor.
Van wie zou ze dat toch hebben?