Regelmatig vraagt een klant in de winkel tijdens het passen: “Wat voor stofje is dit eigenlijk dat ik aan heb?” Meestal zie of voel ik meteen met welk materiaal we te maken hebben. ‘Ach, dat is viscose, dat zie ik zo’ antwoord ik dan met een uitgestreken gezicht. Ik weet namelijk best veel van stoffen. ‘Kijk maar in het label’.
“Oh” zegt de klant. “Er staat 100% MODAL. Wat is dat, modal?” ‘Eeehh, ja, eh, dat wist ik wel. Maar ik ben het weeral vergeten’, moet ik dan antwoorden. Want jeetje, wat zijn er veel nieuwe stofjes bijgekomen in de textielindustrie. Vroeger was het simpel. In de winter droeg je wol, katoen of (rib)fluweel. En in de zomer katoen, zijde, linnen en viscose. Dat was het wel zo’n beetje.
Ik heb het eens allemaal uitgezocht en de meest gebruikte stoffen op een rij gezet. Handig als je aan het passen bent en je iets vreemds ziet staan op het label.
1. KATOEN.

Katoen komt van de katoenplant die groeit in tropische landen. De pluizen van de plant worden geplukt en er wordt garen van gesponnen. Pima katoen is de meest hoogwaardige kwaliteit katoen die we kennen.
Katoen is sterk en zacht. Het neemt makkelijk vocht op maar het droogt langzaam. Daarom is katoen niet geschikt om bijvoorbeeld te sporten. De stof kreukt enigszins omdat het niet elastisch is. Daarom wordt katoen vaak gecombineerd met acryl of polyester zodat het soepeler wordt en draagbaarder is.
Katoen mag je wassen op 40ºC maar is niet kleurvast. Bij iedere wasbeurt verliest het een klein beetje kleur. Door de mix met andere materialen behoudt katoen beter z’n kleur. Katoen mag in de droger maar is wat gevoelig voor krimpen dus beter van niet.
2. LINNEN / HENNEP / RAMEE

Linnen komt van de stengel van de vlasplant. Linnen is hard en stijf en is niet elastisch. Dit materiaal wordt veel gedragen in warme gebieden omdat dit de meest koele stof is. Linnen is ademend, vormvast en vocht absorberend.
Linnen kreukt enorm, dat vind ik een van de charmes van deze stof. Ik hou van het rommelige effect. Maar om het meer kreukvrij te maken, wordt het vaak gemixt met katoen.
Linnen is makkelijk te wassen. Gewoon op 30ºC maar het slijt wel sneller als je het vaak wast. Bij het dragen van linnen kleding, rekt de stof best veel uit. Maar na het wassen zit het weer als eerst. Linnen mag niet in de droger.
3. WOL.
Wol is een verzamelnaam voor alle dierlijke vezels. Wol is zacht, veerkrachtig, kreukvrij en zeer goed vocht opnemend zonder dat je het voelt. Wol is van nature vettig en dus stoot het waterdruppels af. Deze stof is geschikt voor het hele jaar door, vooral de dunnere wolsoorten zijn prima in de zomer.
Voor alle wolsoorten geldt: was het niet te vaak. Hang het na een paar keer dragen lekker buiten in de wind. Wassen beschadigt het natuurlijke vetlaagje. Dat vetlaagje zorgt ervoor dat wol vochtafstotend, glanzend en soepel is.
LAMSWOL. De vezels worden gesponnen van de vacht van een jong lam. Het zijn korte, fijne vezels dus deze wol is niet zo sterk.
SCHEERWOL. Deze wol is van een ouder lam of van een schaap. De vezels zijn langer en dus sterker.
ALPACA.

Deze wol komt van het lama-achtige Alpaca schaap. De vezels zijn zacht, soepel en glad. Alpaca wol is hariger maar pilt minder dan gewone wol.
CASHMERE. Cashmere is afkomstig van de Cashmere geit. Cashmere is fijn, zacht en glanzend. Het is heel isolerend en dus warm. Het kan op de huid gedragen worden. Het pilt wel snel door het dragen. Cashmere is de duurste haarvezel van alle wolsoorten.
MOHAIR. Dit is van de Angora geit. De haren zijn lang, licht gekruld en glanzend. Deze vezels zijn warm, kreukvrij en houden kleur goed vast. Mohair pilt niet en gaat een leven lang mee.
ANGORA.

De donzige vacht van het Angorakonijn wordt vier keer per jaar geschoren. De haren zijn licht (in gewicht), zacht en zijdenachtig. Het haar neemt geen kleur op en is dus prachtig wit. Angorawol is 7 x warmer dan schapenwol. Het absorbeert vocht heel goed maar het vervilt snel. Oppassen met wassen dus.
MERINO. Merinowol komt van het Merinoschaap en de wol is van hoogwaardige kwaliteit. Het is fijn, ademend en soepel. Merinowol blijft geurvrij (handig om te weten als je zweet-aanvallen hebt) en wordt gebruikt voor winter- en zomerkleding, Cool Wool. Ook is Merinowol kleurvast.
4. ZIJDE.

Zijde is een natuurlijk vezel dat wordt geproduceerd door de zijderups. Deze rups maakt een cocon van een draad waarvan later garen wordt gemaakt voor de textiel. Zijde is stevig, veerkrachtig, elastisch en bijna kreukvrij. Het glanst mooi en is (bijna) nooit statisch.
Was zijde niet te vaak. Hang het liever lekker buiten. Zijde moet voorzichtig en koud gewassen worden. Normaal strijken en niet in de droger.
5. VISCOSE / RAYON.

Viscose wordt gemaakt van houtpulp en katoenresten. Het is vergelijkbaar met katoen maar is minder sterk. Het is zacht en comfortabel maar kreukt snel.
Viscose is makkelijk te wassen op 30ºC en eenvoudig te strijken. Mag niet in de droger.
6. MODAL.

Modal komt uit beukenhout. Het wordt vergeleken met viscose en katoen. Het heeft ook dezelfde eigenschappen maar is niet zo sterk als katoen. Het kreukt snel en absorbeert veel vocht. Ook is het kleurvast en valt het soepel. Modal krimpt niet en gaat niet pillen.
Modal kan op 40ºC gewassen worden en mag zelfs in de droger, op lage temperatuur. Ook makkelijk te strijken.
7. LYOCELL / TENCEL.

Lyocell komt uit houtpulp. Het voelt hetzelfde als viscose maar is iets duurzamer. Lyocell krimpt niet, is vocht absorberend en kreukvrij. Het heeft een zijdeglans en is mooi in kleuren. Lyocell wordt vaak gebruikt als vervanger voor denim, suède of zijde.
Lyocell is makkelijk te wassen op 30ºC en te strijken. Mag niet in de droger.
8. CUPRO.

Cupro is een hoogwaardig natuurproduct dat wordt gemaakt van katoenplantvezels die worden bewerkt met een soort zoutbehandeling. Het oogt en voelt als zijde. Cupro krimpt niet, is kreukvrij en is zeer vocht absorberend. Mooi in kleuren.
Cupro moet voorzichtig gewassen worden op 30ºC en kan normaal gestreken worden. Het mag niet in de droger.
9. ACETAAT.

Acetaat wordt gemaakt van houtpulp en katoenresten. Het glanst als zijde maar voelt anders. Het neemt weinig vocht op en droogt dus snel. Acetaat is kreukvrij, krimpt niet en de stof ademt.
Acetaat moet voorzichtig gewassen en gestreken worden. Het mag niet in de droger.
10. POLYESTER.

Polyester is een synthetisch kunstvezel dat erg veel gebruikt wordt in textiel. Het is een soort plastic. Het is sterk, kreukvrij, neemt geen vocht op dus droogt snel. Het is soepel en kleurvast. Het krimpt niet en slijt amper. Draag polyester nooit langer dan een dag om geurtjes te voorkomen.
Polyester mag gewassen worden op 40ºC en kan redelijk warm gestreken worden. Liever niet in de droger.
11. ACRYL.
Acryl is een synthetisch kunstvezel dat wordt vergeleken met wol. Het is warm, elastisch en makkelijk in onderhoud. Acryl is kleurvast en kreukvrij. Maar acryl absorbeert geen vocht, het pilt snel en het kan krimpen.
Kortom: acryl is ideaal als je allergisch bent voor wol maar je zweet er wel snel in.
Was acryl voorzichtig op 30ºC, niet strijken en niet in de droger doen.
Zo, dit zijn de stoffen die je het meest zult tegenkomen in de winkels. Vaak zijn ze gecombineerd maar je weet nu de kenmerken van al deze stofjes. Als je me nu volgende keer vraagt: “Wat voor stofje is dit nu eigenlijk?” dan verwijs ik je door naar deze blog.
Veel shop plezier!
X Ka.
Één reactie op “Lekker stofje!”
Leuk zo’n overzicht. Ik verbaas me ook altijd over al die benamingen. Weer wat bij geleerd, nu nog onthouden.