Kleine meisjes dromen er vaak van om prinses te worden. Er zijn veel films en sprookjes die daar over gaan. Zó romantisch! Maar stel, het is 1992. En stel dat je Willem-Alexander in het echt zou tegen komen. En hij stuurt je later een uitnodiging. Wat zou je dan doen?
Want Willem-Alexander was een echte prins. Toen hij jong was. En wij jong waren. En hij was op zoek naar een vrouw. En Lex kwam regelmatig naar Zeeuws-Vlaanderen om te jagen. Dus het had gekund, dat je hem was tegen gekomen.
Het zal je toch maar gebeuren. Je zit met je familie in een restaurant. Een chique restaurant. En met veel bombarie, mannen in pakken en zonnebrillen, komt er een gezelschap de zaak binnen en ze nemen plaats ergens in een achteraf hoek met planten ervoor. Iedereen kijkt. Maar niemand weet wat er aan de hand is.
Tot er een serveerster fluistert: “Dat is Prins Willem-Alexander. Hij komt hier dineren maar wil niet gestoord worden. Ik hoop dat jullie dat respecteren.” ‘Ja natuurlijk’ antwoorden jullie dan. Ergens in de verte hoor je nog een man “Willempieee!” roepen maar daarna is het rustig in de zaak. Iedereen eet gewoon verder en kijkt af en toe of ze een glimp van de prins der Nederlanden kunnen opvangen. Na een half uur is iedereen weer in gesprek met z’n tafelgenoten.
Ook jij denkt: ‘Laat die knul gewoon ongestoord eten. Het lijkt me vreselijk om nooit eens gewoon ergens te kunnen zijn zonder dat je nageroepen of aangestaard wordt. Ik doe net of dit de normaalste zaak van de wereld is.’ Maar toch kun je het niet laten om af en toe te kijken of je hem ziet. En opeens heb je het in de gaten. Hij kijkt steeds naar jullie tafel. Die ogen, die je steeds voelde priemen, dat zijn zíjn ogen! Je word helemaal warm en ongemakkelijk. Maar je doet zo normaal mogelijk. ‘Gewoon niet meer kijken’, denk je. Je krijgt geen hap meer door je keel.
‘Is hij het echt of verbeeld ik het me?’ Je kunt het eigenlijk niet geloven. ‘Ach nee, het kan niet. Waarom zou hij nou steeds naar, of all people, míj zitten staren? Tsss, tuurlijk niet’. Je voelt je zenuwen wegzakken en je neemt een slokje van de overheerlijke wijn. En dan zie je dit:

Je verslikt je, houd je glas omhoog terwijl je probeert te glimlachen naar de prins. ‘Proost! Hhhugh!’ Je krijgt het bloedheet en weet niet hoe je je moet gedragen. Opeens moet je heel nodig naar de wc maar je durft niet op te staan. ” Ja proost. Wat kijk je moeilijk. Is er iets?” vraagt je zus. Met een rood hoofd kijk je haar aan. ‘Ja, eh nee. Ik vertel het je zo. Gewoon normaal doen.’ Waarna zij natuurlijk haar hoofd omdraait om te zien wie daar zit of wat er gebeurt.
‘Niet kijken! Willem-Alexander deed net PROOST naar me.’ “O, heb je sjans van Prins Pils?!” zegt ze dan iets te luid. Je schaamt je kapot. “Straks word je nog prinses! Zal ik een afspraakje regelen?” Terwijl ze dat zegt, legt de serveerster een briefje naast je bord. Je opent het briefje. “Ik zou je graag willen ontmoeten. Tot vanavond 24.00 uur in Hotel … W.A.”
Wat zou je doen?