Er stond een mevrouw te wachten aan de kassa om af te rekenen. Er was iemand voor haar. Voor de wachtende mevrouw ging het niet snel genoeg en ze begon hoorbaar te zuchten. Ik keek haar even aan en glimlachte vriendelijk.
Daarna ging mijn aandacht weer terug naar de dame die aan het afrekenen was. Haar dochtertje stond naast haar, in hockeykleding. ‘Goh’, zei ik. ‘Zo te zien zit je op hockey. Bij Olympia. Heb je wedstrijd gespeeld vanochtend?’ “Ja”, zei het meisje verlegen. ‘Tegen wie moest je?’ Het meisje durfde niets meer te zeggen. “Tegen Breda” zei de moeder. “Gelukkig was het deze keer thuis wedstrijd. Want we moeten al zo vaak ver weg. Die kleintjes spelen altijd als eerste, dus dan zitten we soms om 8 uur ‘s morgens al in de auto.”
‘Ja, ik ken het. Mijn dochter heeft ook op hockey gezeten. En die wedstrijden waren altijd best een eind rijden. Dan moesten we zo vroeg op. En dat op zaterdag haha.’ Ik keek weer naar het dochtertje. ‘En, heb je gewonnen?’ Er kwam een glimlach op de mond van het meisje. “Ja. Met 7-3.” Ze was duidelijk trots op de sportieve prestatie van haar team. ‘Ooohh wat goed. Gefeliciteerd!’ zei ik en gaf haar een high five.
De dame had haar kleding betaald en nam de tas aan. “Daahaag!” riep het meisje. En ze zwaaide naar me terwijl ze samen de deur uitliepen. De wachtende mevrouw kon een plaatsje opschuiven aan de kassa. Ze keek moeder en dochter geërgerd na. Nu was zij aan de beurt om haar trui af te rekenen.
“Ik sta al even te wachten hoor,” begon de mevrouw. ‘O, neemt u me niet kwalijk. U heeft een beetje haast wellicht? Dan zal ik snel afrekenen’ antwoordde ik. “Nou nee, ik heb alle tijd. Maar het valt me op dat iedereen hier zo op het gemakje doet. Ik kom zelf uit de grote stad. En daar gaat alles veel sneller. In een rij zoals deze, begint er meestal al iemand te roepen hoor. Maar in Zeeland zijn ze dat gewend of zo. Hier doet iedereen álles langzaam dus dan valt het niet meer op.”

‘Dat zal best zo zijn. Ik geloof inderdaad wel dat er in grote steden meer gejakkerd wordt. Het is drukker en iedereen wil snel geholpen worden. Hier in Zeeuws-Vlaanderen nemen we graag de tijd voor elkaar. We maken een praatje. We vragen hoe het gaat. Ik kan me voorstellen dat dat in de grote steden een stuk minder gebeurt.’
‘Mag ik vragen waar u dan vandaan komt?’ vroeg ik. Mevrouw vertelde: “Ik heb mijn leven lang in Rotterdam gewoond. Dus ik ben gewend aan drukte en veel mensen om me heen. Nu moet ik eerlijk toegeven dat een beetje aandacht voor elkaar best aardig is hoor. Maar we zullen nooit iemand laten wachten omdat we zomaar aan het kletsen zijn. Dat zal je in Rotterdam echt nooit zien.”
Ondertussen vouwde ik de trui op, scande de code. Noemde het bedrag en liet mevrouw betalen. ‘Komt u vandaag zomaar een dagje Terneuzen doen?’ vroeg ik. “Nee hoor. Mijn man komt eigenlijk uit Terneuzen. Voor zijn werk verhuisde hij naar Rotterdam en daar hebben we elkaar leren kennen. Maar nu is hij met pensioen en wilde hij terug naar Terneuzen.” ‘Dus u komt hier wonen? Dat zal wel even anders zijn.’ zei ik.
“Ach, onze dochter woont toevallig in Terneuzen. Zij heeft een Terneuzenaar ontmoet en is naar hier verhuisd. Hoe is het toch mogelijk hè, haha. Dus ik vind het niet erg om naar Terneuzen te komen hoor. Dan zit ik lekker dicht bij m’n dochter. En m’n kleinkind. En mijn man voelt zich hier veel meer thuis.”

‘Inderdaad, dat is wel heel toevallig. Dus het hele gezin zit nu lekker in Terneuzen. Ach, het is gewoon Rotterdam in het klein, moet u maar denken.’ “Ja misschien wel. Ik zal wel moeten wennen aan dat langzame, maar ik heb geen keus. Mag ik u hartelijk danken voor dit gesprekje? Het is toch wel leuk om zo kennis te maken met mensen in dit stadje. Ik kom zeker nog een keer terug hoor. Nu weet ik waar de leuke winkels zitten. Tot ziens hoor juffrouw!” zei de mevrouw vriendelijk.
De mevrouw draaide zich om. En zag twee dames achter zich staan. Geduldig in de rij, wachtend aan de kassa. Allebei met een stapeltje kleding over de arm. “O, stonden jullie te wachten? Dat had ik niet in de gaten. Sorry hoor”, zei de mevrouw een beetje gegeneerd. “Geeft niks hoor mevrouw. Zeeuwen nemen graag de tijd voor elkaar. Zo gaat hier. Geeft niks toch? Da’s juist gezellig!” antwoordde een van de dames. De mevrouw lachte en riep al zwaaiend: “Nou, tot de volgende keer hoor!”
Een inburgeringscursus hoeft deze mevrouw niet meer te volgen. Die heeft ze bij ons in de winkel al gehad. Wij Zeeuwen doen dan misschien wel alles wat langzamer. Maar we hebben meer aandacht voor de mensen om ons heen. En is dat juist niet waar we ons allemaal beter bij voelen? Waar de wereld een klein beetje mooier van wordt?
X Ka.
2 reacties op ““Zeeuwen zijn zo traag””
Inderdaad allemaal wat meer op t gemakje! “Vroeger” vóór de mobieltjes, stonden we vaak stil op de weg, dan kwamen 2 mensen in de auto elkaar tegen en moesten even wat regelen, het moest wel heel lang duren voor je ging toeteren. Als je nu 2 seconden twijfelt over je afslag wordt er al getoeterd, niet gek dat er zoveel burn-outs zijn en mensen verlangen naar “ik vertrek”.
Ja precies! Zo denk ik er ook over.